#gedicht #Reintje-de-Vos - deel 1
heeft koning Nobel een idee.
Hij geeft een groot pleinfeest en..
alle dieren vieren mee.
Alleen Reynaert heeft geen zin
in edel geklets op Koningsdag.
Hij blijft bij zijn gezin, dus thuis
de plek die hij het meeste mag.
De koning is diep beledigd en
stuurt beer Bruun dus op weg,
om Reynaert op te halen uit
‘De Vossenburcht’ onder de heg,
want met hem moet sowieso
nog een appeltje geschild,
vanwege zijn vele streken en
de dieren die hij sart en killt.

De woeste Isengrin, een wolf in
hart en nieren, deed al zijn beklag.
Hij ergert zich al lang groen en geel,
omdat zijn vrouw Reynaert erg mag.
Daarom klaagt Isengrin nu dus zijn nood
en ziet het liefst de sluwe vos Reynaert dood.
En over een ooit gestolen worst bleef
de straathond Courtois maar steeds klagen,
want de vos had die van hem ingepikt
tijdens barre, koude winter dagen.
Al had hij de worst wel eerst zelf gejat
van hem, Tybeert, stelde vast de kat.
Wat een onzin, zei de das Grimbeert,
bij mijn oom en ook de rest van het gezin
staat bloemkool en walnoot alleen nog op
het menu, daar sta ik persoonlijk voor in.
Daarbij leeft hij als een kluizenaar
en draagt alleen nog het boetekleed.
Het is makkelijk te beschuldigen van…
wanneer je ‘t fijne er niet vanaf weet.
En als het om misdadig zijn gaat,
grootse diefstal, zware oplichterij,
dan weet jij ook heel goed Isengrin,
de grootste smeerlap dat ben jij!
Er wordt duidelijk met meerdere maten
gemeten, hoe kan dat, is het is waar,
dat wie niet in de konings gunst is
zijn kop verliest, dat is zonneklaar!
Dan komt Cantecleer de haan er druk
flapperend aan gevlogen. Hij heeft
Coppe zijn dode dochter mee en kent
geen mededogen.

Reynaert at bijna al mijn kinderen
op, van de 15 zijn er nog een paar,
hij liet mij een brief van U koning zien,
het daarin geschrevene is niet waar!
Nu Bruun Reynaert moet gaan vragen
heeft hij er goed de schurft over in,
want dat deze zo mee zal komen, daar
heeft Bruun geen cent vertrouwen in.
Bij de Vossenburcht aangekomen blijkt
Reynaert door flinke disgestie geveld,
doordat hij ziekmakende honing at,
is het nu zeer slecht met hem gesteld.
Bruun die ‘t liefst van al honing eet
is over het voorstel razend enthousiast,
als Reynaert zegt dat hij hem op
Lamfroyts boom
vol honingraat vergast.
In de boom bekneld, vanuit zijn benardheid,
rukt en vlucht Bruun voor grof geweld,
met Lamfroyt op zijn hielen, half gescalpeerd,
een oor minder, hevig bloedend en ontveld.
Al sleetje rijdend, rollend over de grond,
komt Bruun ontsteld bij de koning aan
en eist dat Nobel nu Reynaert straft,
voor wat de vos hem heeft aangedaan.
Nu stuurt de koning Tybeert maar, om
de vos voor de tweede keer te dagen.
Koning Nobel zelf durft niet te gaan,
dus moet slimme Tybeert het gaan vragen.
Hoe moet een kleine kat als ik, denkt
Tybeert, zo’n schrander dier nu aan
Beer Bruun is groot en sterk, maar is
door zijn vraatzucht rap ten onder gegaan.
Reynaert, zeer verrast, met de kat als gast,
serveert honingraten voor het diner,
maar Tybeert een liefhebber van muis,
eet veel liever in pastoors voorraad voor twee.

Ik zou je eeuwig dankbaar zijn als ik mij
daar tegoed kon doen aan vette muis,
zweert Tybeert Reynaert en daarna
breng ik de nacht dan bij jou door thuis.
Dat gezegd hebbend laat hij de vos staan,
en steekt zijn kop in pastoors zoons strik.
Daar zit nu de koningsbode, geen euro
is nog het leven waard van deze slimmerik.
De pastoor sloeg er genadeloos op los
en Tybeert gaf geen slag of stoot
totdat het klokkenspel van de pastoor
zich naakt bij hem in ‘t vizier aanbood.
Hij krabde, blies en ging er vol voor,
beet toe en met zijn allerlaatste kracht,
één bal er af en zijn strik midden door
en redde op het nippertje zijn huid en vacht.
Terug aan het koningshof gekomen,
wilde Nobel nu wel Tybeert wreken,
toen hij zag dat hij zelfs een oog miste,
door Reynaerts uitgekookte streken.
Met die knaap was iets mis, zeker niet in de haak,
maar wie durfde of kon hij nu nog vragen,
de sluwaard naar het hof te begeleiden en
zou zelf ook zonder lijden, weer aan ‘t hof opdagen?

- wordt vervolgd -
Reynaert weet hoe hij anderen moet bespelen. Hij maakt gebruik van hun hebzucht en vraatzucht. Dat zet kwaad bloed. Een spiegel voorgehouden worden valt hier niet in goede aarde.
Natuurlijk is Reynaert schuldig aan de onvoorzichtigheid en oplettendheid van de ander. Logisch?
Afbeeldingen:
Wolf en vos: van mij, haan en leeuw: pixabay.com, kat: Catrine-deMew
Comments
Post a Comment